OP WERKDAGEN VÓÓR 14:00 BESTELD, VOLGENDE DAG GELEVERD, TENZIJ ANDERS VERMELD - GRATIS LEVERING VANAF € 75,-
Mestonderzoek is de basis voor een goed wormmanagement als dit regelmatig wordt uitgevoerd. In de artikelen hieronder kun je meer lezen over alles wat met mestonderzoek te maken heeft.
Mestonderzoek wordt ook wel wormonderzoek, wormei-telling of wormtelling genoemd. In dit artikel noemen we het voor het gemak mestonderzoek.
Mestonderzoek is een van de belangrijkste hulpmiddelen waarmee je kunt vaststellen of een paard wormen heeft. De mest van het paard wordt onderzocht op de aanwezigheid van wormeitjes. Deze wormeitjes zijn de eitjes van wormen (parasieten) die het paard kan hebben.
Als paardeneigenaar hebben we veelal de neiging om te schrikken als blijkt dat ons paard wormen heeft. Dat is niet altijd nodig. Net als in de vrije natuur, hebben onze paarden eigenlijk allemaal te maken met wormen. Dat hoeft niet erg te zijn, als er maar sprake is van een gezonde balans én dat je als eigenaar wéét wat er speelt. Doordat onze paarden niet op een volledig natuurlijk manier gehouden worden, al doen wij als paardeneigenaren nog zo onze best, is die balans soms verstoord en kan het zijn dat er ingegrepen moet worden. Daarbij is het altijd van belang om de balans te vinden tussen enerzijds het paard de kans te geven een wormbesmetting zelf te bestrijden en/of zijn natuurlijke weerstand op te bouwen en anderszijds in overleg met je eigen dierenarts in te kunnen grijpen wanneer dat nodig is. Goede monitoring is daarbij wel vereist. Dit kun je doen door het uitvoeren van mestonderzoek.
Er is nog een andere, ondergeschikte, reden waarom je mestonderzoek uit zou moeten voeren; al weer enige jaren geleden is de wetgeving in Nederland aangepast en zijn wormkuren alleen nog maar op recept bij de dierenarts verkrijgbaar. Veel dierenartsen stellen daarbij het uitvoeren van mestonderzoek verplicht.
Mestonderzoek bij paarden is dan ook een essentieel onderdeel van het gehele wormmanagement. Door regelmatig mestonderzoek / wormonderzoek, te doen krijg je de volgende belangrijke inzichten:
In de strijd tegen wormen en wormresistentie is mestonderzoek onmisbaar. Op basis van mestonderzoek kan (in samenwerking met de dierenarts) afgestemd worden hoe het beste omgegaan kan worden met het ontwormen. HippoSupport wil een significante bijdrage leveren in de strijd tegen wormresistentie en heeft als doelstelling het regelmatig uitvoeren van mestonderzoek laagdrempelig te maken, door middel van scherpe tarieven, betrouwbaar advies en een flexibele en snelle dienstverlening.
In het onderstaande filmpje wordt het belang van mestonderzoek nog eens simpel uitgelegd. Zet je geluid wel even hard.
Mestonderzoek kan op verschillende manieren worden uitgevoerd, met behulp van verschillende technieken.
Voor het vinden van de meest voor komende wormsoorten (grote/kleine bloedworm, spoelworm, veulenworm en lintworm) wordt gebruik gemaakt van het principe dat deze eitjes gaan drijven (flotatie). De methode die hiervoor gebruikt wordt is de McMaster methode.
McMaster Methode
Bij de McMaster methode wordt er een hoeveelheid mest opgelost in een speciale flotatievloeistof. Vervolgens wordt er wat van deze vloeistof in een speciale McMaster slide geïnjecteerd die vervolgens onder de microscoop wordt onderzocht. De eitjes drijven naar boven en komen tegen de onderkant van het bovenste plaatje aan. Hierdoor zijn de eitjes goed te vinden.
Bij het prepareren van het monster zijn verschillende methodes mogelijk, waarbij het aantal grammen mest en de hoeveelheid flotatievloeistof kunnen variëren. Daarnaast kan er gekozen worden voor het tussentijds toepassen van de sedimentatietechniek. Dit kan dankzij de gecalibreerde afmetingen van McMaster slide en het gebruikt van en een vaste hoeveelheid grammen mest + milliliters flotatievloeistof wordt gebruikt. Daarmee kan uitgerekend worden hoeveel eitjes er in iedere gram mest zitten.
De McMaster methode is een kwantitatieve methode, waarbij heel goed de ernst van een infectie kan worden uitgedrukt in EPG (eitjes per gram). HippoSupport past deze methode toe bij het standaard mestonderzoek.
Baermann methode
Een longworminfectie is niet aan te tonen met behulp van de McMaster methode. De eitjes van de longworm zijn al uitgekomen voordat deze met de mest mee naar buiten komen. Daarom wordt gebruik gemaakt van een andere methode, namelijk de Baermann methode. Bij deze methode wordt gebruik gemaakt van het principe dat de larven in de mest graag warme vochtige omstandigheden opzoeken. Er wordt bij deze methode een hoeveelheid mest in lauwwarm water gehangen. De larven kruipen uit de mest en komen in het water terecht, waar ze naar de bodem zinken.
Vervolgens wordt een hoeveelheid vloeistof van de bodem opgezogen en onder de microscoop onderzocht op de aanwezigheid van larven.
De Baermann methode is een kwalitatieve methode; er is een infectie aangetoond of niet. HippoSupport kan dit onderzoek voor u uitvoeren.
Dorsman Methode
Een andere methode die toegepast wordt is de (gemodificeerde) Dorsman methode. Deze wordt hoofdzakelijk gebruikt om leverboteieren te kunnen vinden. Deze eieren zijn te zwaar om betrouwbaar te kunnen vinden met de McMaster methode. Bij deze methode wordt een hoeveelheid mest opgelost in water en vervolgens goed gezeefd, waarbij steeds de tijd wordt genomen om de eieren te laten bezinken. Uiteindelijk wordt een hoeveelheid vloeistof met daarin de leverboteieren onderzocht onder de microscoop.
De (gemodificeerde) Dorsman methode is een kwalitatieve methode; er is een infectie aangetoond of niet. HippoSupport kan dit onderzoek voor u uitvoeren.
Bij HippoSupport krijgen we vaak de vraag wanneer je nou het beste mestonderzoek of wormonderzoek kunt laten doen bij je paard. Om hier een goed antwoord op te geven moet je de situatie van het paard kennen. Er zijn namelijk veel factoren die hier invloed op kunnen uitoefenen. In dit artikel proberen we wat meer duidelijkheid te geven wat nu een praktisch en goed schema voor mestonderzoek kan zijn. Een aantal zaken staat daarin centraal:
Hieronder leggen we kort een paar factoren uit die van invloed zijn op het mestonderzoeksschema. Daar naast geven we een stroomdiagram (uitgezet in de tijd) en schematische weergave waarmee inzichtelijk wordt wanneer je het beste mestonderzoek kunt laten uitvoeren.
Seizoen
Als vuistregel kun je er van uit gaan dat als de temperatuur buiten onder de 10 graden Celsius komt, worden de wormen minder actief, of stoppen zelfs met zich voort te planten. Omdat je bij mestonderzoek de aanwezige eitjes telt, is het dus van belang om de resultaten van mestonderzoek bij lage tempereaturen op een juiste wijze te interpreteren. Bij een lage eitelling kun je op zo’n moment dus niet concluderen dat er geen wormen zijn, alleen maar dat er geen ei-producerende wormen zijn.
Na ontwormen
Na iedere ontwormkuur die is gegeven, is het verstandig om twee weken later nogmaals een mestonderzoek uit te laten voeren, om te controleren of de kuur ook effectief is geweest. Ga er niet blind vanuit dat de gegeven ontwormkuur ook daadwerkelijk effect heeft gehad. Daarnaast heeft ieder ontwormmiddel een bepaalde werkzame periode. Deze werkzame periode, ook wel “Egg Reappearance Period”, staat in de bijsluiter beschreven en is doorgaans tussen de 8 tot 12 weken. Als de ontwormkuur effectief is gebleken na 2 weken hoef je een volgend mestonderzoek pas weer uit te voeren ná de werkzame periode van het ontwormmiddel.
Na niet ontwormen
Als je er in overleg met je dierenarts voor hebt gekozen om niet te ontwormen is het van belang om te weten of je paard gevoelig is voor wormen besmettingen. Weet je, doordat je regelmatig mestonderzoek doet, dat je paard minder gevoelig is voor wormen dan kun je met een lagere frequentie monitoren. Weet je nog niet veel van je paard, of weet je dat je paard gevoelig is voor een wormbesmetting (bijvoorbeeld jonge dieren, of herhaalde wormbesmettingen) dan is het verstandig om frequenter te monitoren en het mestonderzoek bijvoorbeeld iedere 4 weken te herhalen, tot je voldoende inzicht hebt. Daarna kun je met een lagere frequentie mestonderzoek uit laten voeren.
Strategische momenten
Naast de bovengenoemde factoren zijn er nog een aantal strategische momenten waarop het slim is mestonderzoek uit te voeren. Je wil bijvoorbeeld graag een schone start maken als je de paarden in een nieuwe “schone” weide zet, of als je een nieuw paard introduceert in de groep.
Schema mestonderzoek
(Klik op de afbeelding om het schema in PDF te openen)
In het onderstaande figuur zie je een schematische weergave van de verschillende beslismomenten wanneer er wormonderzoek gedaan wordt. In de meest linker “kolom” is er sprake van een hardnekkige worminfectie met hoge wormeitellingen waarbij mestonderzoek ondersteunt in de keuze/zoektocht naar een geschikt wormmiddel. In de middelste “kolom” is er sprake van een reguliere wormbesmetting met gemiddelde wormeitellingen waar behandeling voor nodig was. En in de meest rechter “kolom” is het ideale plaatje te zien van een paard dat zelf een goede weerstand heeft tegen wormen. Verschillende situaties zorgen ervoor dat je op andere plaatsten in het schema terecht kunt komen. Dit is een heel erg versimpelde weergave, en er zijn vele factoren die in dit schema niet expliciet zijn meegenomen. Voor het “schone” paard in de meest rechter klom kan er wel degelijk voor ontwormen worden gekozen door factoren die niet in dit schema zijn opgenomen (bijvoorbeeld aanwezigheid van horzeleitjes op de benen van het paard).
Stroomdiagram mestonderzoek
(Klik op de afbeelding om het schema in PDF te openen)
In het bovenstaande figuur kun je de informatie uit dit artikel terug vinden, afgezet tegen op een fictieve tijdslijn. Hierin kun je ook zien dat het aantal momenten voor mestonderzoek in de verschillende situaties ongeveer gelijk uitkomt. Bij schone paarden zal je in april, mei, juli, september en november mestonderzoek laten uitvoeren. Op het moment dat er een ontwormkuur wordt gebruikt zal je na 2 weken de effectiviteit van de kuur bepalen, en daarna is het volgende mestonderzoek na de werkzame periode van de gebruikte ontwormkuur.
Vaak zal bij het laatste onderzoek in november, op basis van andere factoren dan alleen het mestonderzoek, aangeraden worden om bij de eerste vorst een ontwormmiddel te geven, welke ook tegen eventueel ingekapselde wormen werkt, en eventueel tegen wormsoorten welke minder goed zijn aan te tonen via mestonderzoek.
In samenwerking met dierenarts Jurgen van der Meijden en BIT/Paardenkrant is een zeer informatief artikel tot stand gekomen en gepubliceerd, waarin ons mestonderzoekschema natuurlijk is meegenomen.
© 2018 HippoSupport
Alle rechten voorbehouden. Op alle teksten, foto’s en beelden berust het copyright bij HippoSupport, tenzij anders vermeld. De inhoud van deze website mag niet worden vermenigvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaargemaakt, in enige vorm of op enigerlei wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijk toestemming van HippoSupport.