Je bekijkt nu Toename wormbesmetting bij jonge paarden – Phryso mei 2025

Toename wormbesmetting bij jonge paarden – Phryso mei 2025

Waarom een goed, doordacht ontwormbeleid essentieel is

In de afgelopen jaren worden dierenartsen steeds vaker geconfronteerd met jonge paarden die gezondheidsproblemen ontwikkelen als gevolg van worminfecties. Veel eigenaren denken dat ontwormen tegenwoordig overbodig is of weten niet precies wat de juiste aanpak is. Toch is ontwormen nog steeds van groot belang – maar dan wel op een doordachte en gerichte manier. In dit artikel wordt er uitgelegd waarom en hoe je dat als paardenhouder het beste aanpakt.

Minder vaak, maar meetbaar en efficiënter

Vroeger kregen paarden standaard iedere zes tot acht weken een wormenkuur. Inmiddels weten we dat deze aanpak heeft geleid tot resistentie bij bepaalde wormsoorten. Daardoor werken sommige ontwormingsmiddelen nu helaas minder goed. De huidige aanpak is gebaseerd op gerichte behandeling, afgestemd op verschillende factoren zoals leeftijd, besmettingsdruk en weidebeheer. Vooral jonge paarden, denk hierbij aan veulens, jaarlingen en tweejarigen, hebben nog weinig natuurlijke weerstand opgebouwd en zijn hierdoor extra kwetsbaar. Bij deze groep is het belangrijk om extra alert te zijn.

Regelmatig mest verwijderen uit de weide of paddock is een eenvoudige en effectieve manier om de kans op besmetting te verkleinen. Het is wel belangrijk dat de mest echt uit de weide wordt gehaald en niet in een hoek wordt verzameld. Voor grotere bedrijven, waar mest ruimen niet altijd haalbaar is, is het extra belangrijk om infectiedruk goed te monitoren met mestonderzoek. Het gebruiken van eigen paardenmest als bemesting lijkt duurzaam, maar kan risico’s met zich meebrengen. Wormeieren kunnen namelijk lang overleven in de bodem. Bij bemesting met besmette mest komt de cyclus namelijk gewoon weer op gang. Het is daarom beter om voor de bemesting van je weiland koeien of varkens mest te gebruiken. Ook het verweiden met bijvoorbeeld schapen kan helpen, de schapen nemen namelijk de larven op maar zijn zelf geen drager.

Jonge paarden vragen om een specifieke aanpak

Spoelwormen behoren tot de meest voorkomende parasieten bij jonge paarden en kunnen ernstige gezondheidsproblemen veroorzaken – in sommige gevallen zelfs met fatale afloop. Besmetting ontstaat wanneer paarden tijdens het grazen of in de stal wormeitjes opnemen. De larven trekken door het lichaam van het paard en komen via de lever in de longen terecht. Daar worden ze opgehoest, weer doorgeslikt en vervolgen ze hun weg via het spijsverteringskanaal. In de dunne darm ontwikkelen de larven zich tot volwassen wormen en legt daar eitjes. Doordat de larven door de longen van het paard heen trekken kunnen er klachten ontstaan zoals hoesten en neusuitvloeiing. De volwassen wormen geven symptomen zoals diarree, lusteloosheid en een doffe vacht. In ernstige gevallen kan een grote hoeveelheid wormen de darmen blokkeren, wat hevige koliek tot gevolg heeft en zelfs levensbedreigend kan zijn.

Hoewel mestonderzoek nuttig is om een beeld te krijgen van de wormbesmetting, geeft het niet altijd een volledig betrouwbaar resultaat bij jonge paarden. Daarom is het belangrijk om jonge dieren preventief te behandelen, ook als het mestonderzoek geen eitjes aantoont. Overleg daarom altijd met je eigen dierenarts voor een geschikt beleid passend bij jouw paard(en).

Geen zichtbare wormen betekent niet dat er geen probleem is

Het is een misvatting dat je wormen altijd kunt zien in de mest. Sommige soorten, zoals de rode bloedworm, kapselen zich in en zijn dan niet zichtbaar bij het mestonderzoek. Een mestonderzoek dat geen wormeitjes aantoont, betekent niet dat het onderzoek nutteloos was. Ook die informatie helpt dierenartsen om beter te kunnen adviseren. De interpretatie van de uitslag hangt af van meerdere factoren, zoals de leeftijd van het paard, de ontwormgeschiedenis en het management rondom het paard.

Herken de symptomen en neem preventieve maatregelen

Paarden die besmet zijn met wormen kunnen verschillende klachten laten zien. Wat je merkt, hangt af van het soort worm en hoe ernstig de besmetting is. Veelvoorkomende tekenen zijn verminderde eetlust, vermageren, een doffe vacht, moeilijk verharen, diarree en lusteloosheid. Soms zie je ook, zoals eerder genoemd, dat een paard gaat hoesten of last heeft van neusuitvloeiing. Als de infectie ernstig is, kan het paard koliek krijgen met helaas soms de dood als gevolg.

Om dit te voorkomen, is een goede aanpak belangrijk. Laat regelmatig mestonderzoek doen, bij voorkeur vier keer per jaar. Zo ontdek je op tijd of je paard besmet is. Daarnaast helpt het om de wei schoon te houden, dagelijks mest te verwijderen en te zorgen dat er niet te veel paarden op een klein stuk land staan. Daarnaast kan het helpen om regelmatig je paarden te verweiden of gebruik te maken van strookbegrazing. Ontwormen is geen kwestie meer van standaard “voor de zekerheid” behandelen. Het vraagt om maatwerk, kennis en samenwerking met je eigen dierenarts. Vooral jonge paarden lopen risico en daar moet extra zorgvuldig mee worden omgegaan. Goed mest en weidebeheer, regelmatig mestonderzoek en verstandig gebruik van ontwormingsmiddelen vormen samen de sleutel tot gezonde paarden en hopelijk een toekomst zonder resistentieproblemen.

Gepubliceerd in de Phryso mei 2025